🪆 Zij Wilt Of Zij Wil

Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen - t: zij wil, wil zij. De vorm zij wilt* (of wilt zij*) is niet correct. Bij de meeste werkwoorden bestaat de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd uit de stam + de uitgang - t: hij vindt, hij racet, ze bevestigt, ze deletet, het hagelt, het sneeuwt. Hoe zit het precies? Bij bijna alle werkwoorden eindigt de vorm die in de tegenwoordige tijd bij hij, zij en het hoort (de 'derde persoon enkelvoud') op een t . Op de hoofdregel bestaan een paar uitzonderingen. Natuurlijk hij is, maar ook hij kan, zal, mag en wil. Kunnen, zullen en mogen hebben meer onregelmatige vormen in de tegenwoordige tijd. zal gewild hebben. jij/u (je) zult gewild hebben. hij/zij/het. zal gewild hebben. wij (we) zullen gewild hebben. jullie. zullen gewild hebben. Hij/zij wilt: fout! In zinnen als 'Hij wilt niet opgeven' en 'Zij wilt graag een nieuwe auto' geldt wilt als een flinke fout. 'Hij wil niet opgeven' en 'Zij graag een nieuwe auto' zijn juist. Zie ook dit advies. Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? De zinnen met wilt zijn geen ongelukjes. Als je goed oplet, merk je dat heel veel mensen - hoe jonger hoe vaker - steevast hij wilt (en zij wilt, (n)iemand wilt, de buurman wilt) gebruiken in plaats van hij wil. Van de zestigplussers geeft in de enquête nog 82% aan dat ze hij wilt echt fout vinden. Van de dertigminners nog maar een Bij de meeste werkwoorden bestaat de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd uit de stam + de uitgang - t: hij vindt, hij racet, ze bevestigt, ze deletet, het hagelt, het sneeuwt. De onregelmatige werkwoorden willen, kunnen, zullen en mogen zijn daarop een uitzondering. WeXhN.

zij wilt of zij wil